Paragraaf 7Test jezelf hoofdstuk 5

Op deze 'Test jezelf' pagina kun je testen of je de stof van hoofdstuk 5 goed beheerst. Klik na het invullen van de test op 'bekijk score' om te zien welke vragen je goed en fout hebt beantwoord. Eventueel kun je de gehele test printen. (Klik daarvoor op 'download')
Succes!

Opdrachten

Vraag 1

Welke zijn de vier hoofdwaarden? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 uitspraken juist of onjuist zijn.)

a.a. Gelijkheid, vrijheid, rechtvaardigheid en geluk.

b.b. Gelijkheid, tolerantie, democratie en vrijheid.

c.c. Gelijkheid, democratie, vrijheid en geluk.

d.d. Vrijheid, gelijkheid, democratie en geluk.

e.e. De uitspraken a., b., c. en d. zijn allemaal onjuist.

Vraag 2

Welke uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 uitspraken juist of onjuist zijn.)

a.Het woord tolerantie betekent ‘bevrijding’.

b.Bij vrijheid kun je onderscheid maken in vrijheid van en vrijheid tot.

c.Vrijheid kent geen grenzen. Daarom kan de vrijheid van de een nooit botsen met die van een ander.

d.Vrijheid van betekent dat je vrij bent van onderdrukking.

e.De uitspraken a., b., c. en d. zijn allemaal onjuist.

Vraag 3

Welke uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 uitspraken juist of onjuist zijn.)

a.Je goed kunnen verantwoorden voor je gedrag betekent: kunnen aangeven dat je goed met je vrijheid bent omgegaan.

b.Vrijheid is geen willekeur, met je vrijheid heb je verantwoordelijkheid voor wat je kiest.

c.Gelijkwaardigheid betekent dat je gelijk bent aan alle andere mensen voor zover je mens bent.

d.Als je zegt dat mensen gelijkwaardig zijn is dat in strijd met de uitspraak dat mensen uniek zijn.

e.De uitspraken a., b., c. en d. zijn allemaal onjuist.

Vraag 4

Welke uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 uitspraken juist of onjuist zijn.)

a.In de Nederlandse Grondwet wordt gezegd: ‘Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan’.

b.Als je onderscheid maakt tussen mensen ben je aan het discrimineren.

c.Oorspronkelijk betekent discrimineren ‘onderscheid maken’.

d.Gebrekkig de Nederlandse taal beheersen, mag nooit een reden zijn om iemand een baan te weigeren; dan is sprake van discriminatie.

e.De uitspraken a., b., c. en d. zijn allemaal onjuist.

Vraag 5

Welke uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 uitspraken juist of onjuist zijn.)

a.Een democratie is een staatsvorm waarbij iedereen evenveel macht heeft.

b.In een democratie kan iedereen macht uitoefenen bijvoorbeeld door in een protestmars mee te lopen, te staken, in het openbaar je mening te geven.

c.Democratie heeft alleen te maken met de politiek.

d.Inspraak en overleg zijn kenmerken van een democratie.

e.De uitspraken a., b., c. en d. zijn allemaal onjuist.

Vraag 6

Welke uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 uitspraken juist of onjuist zijn.)

a.Tolerantie houdt ook in dat je tolerant bent als mensen de hoofdwaarde ‘vrijheid’ verwerpen.

b.Tolerantie is een ander woord voor verdraagzaamheid.

c.Tolerantie betekent dat je verdraagzaam bent tegenover mensen die anders zijn dan jezelf.

d.Tolerant zijn tegenover iemand hoeft niet te betekenen dat je het altijd met hem/haar eens bent.

e.De uitspraken a., b., c. en d. zijn allemaal onjuist.

Vraag 7

Welke uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 uitspraken juist of onjuist zijn.)

a.De Europese Unie kent een dagelijks bestuur: de Europese Commissie.

b.Het Europees Parlement wordt gekozen door de ministers van de lidstaten.

c.Een van de doelen van de Europese Unie is te verhinderen dat er binnen Europa oorlogen uitbreken.

d.De Europese Unie wordt gevormd door 15 Europese landen.

e.De uitspraken a., b., c. en d. zijn allemaal onjuist.

Vraag 8

Welke uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 uitspraken juist of onjuist zijn.)

a.Als je onderscheid maakt tussen mensen ben je aan het discrimineren.

b.Volgens de Nederlandse wet mag iemand van 14 jaar de toegang tot een discotheek geweigerd worden.

c.Democratie betekent ‘volks-regering’.

d.Emancipatie heeft onder meer te maken met opkomen voor mensen die achtergesteld worden.

e.De uitspraken a., b., c. en d. zijn allemaal onjuist.

Vraag 9

Welke uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 uitspraken juist of onjuist zijn.)

a.Hoofdwaarden kunnen met elkaar in conflict komen.

b.Ernstige kritiek hebben op de regering betekent dat je niet tolerant bent.

c.Juist als je ziet dat een hoofdwaarde als gelijkwaardigheid in gevaar komt, behoor je tolerant te zijn.

d.Als je zegt dat je geloven in God idioot vindt, ben je intolerant tegenover mensen die wel in God geloven.

e.De uitspraken a., b., c. en d. zijn allemaal onjuist.