© Damon Educatie

Login

Home
Lesmateriaal
Deel 1
Hoofdstuk 3
Paragraaf 6

Begrippen

Bekijk begrippenlijst

Paragraaf 6Test jezelf hoofdstuk 3

Op deze 'Test jezelf' pagina kun je testen of je de stof van hoofdstuk 3 goed beheerst. Klik na het invullen van de test op 'bekijk score' om te zien welke vragen je goed en fout hebt beantwoord. Eventueel kun je de gehele test printen. (Klik daarvoor op 'download')
Succes!

Opdrachten

Vraag 1

Welke van de volgende uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 uitspraken juist zijn.)

a.Een ritueel bevat altijd een symbolische handeling.

b.Als je nadenkt over levensbeschouwing heeft het woord ‘symbool’ een andere betekenis dan in de wiskunde (bijv. een wiskundig symbool).

c.Een kruis is een teken, een verkeersbord een symbool.

d.De overeenkomst tussen een symbool en een teken is dat ze beide eenduidig zijn.

e.Uitspraken a. b. c. en d. zijn onjuist.

Vraag 2

Welke van de volgende uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 uitspraken juist zijn.)

a.Symbolen zijn dingen die van zichzelf een heel bijzondere betekenis hebben.

b.Handelingen kunnen een symbolische betekenis hebben.

c.Door een ritueel wordt op symbolische wijze een boodschap overgebracht.

d.We hebben gezien dat allerlei ontmoetingsrituelen van oorsprong Oosters zijn.

e.Uitspraken a. b. c. en d. zijn onjuist.

Vraag 3

Welke van de volgende uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 uitspraken juist zijn.)

a.Ontmoetingsrituelen zijn vaak plaats- en cultuurgebonden.

b.We hebben vier kenmerken van rituelen onderscheidden.

c.Rituelen bij overlijden behoren tot de overgangsrituelen.

d.Rituelen bij geboorte behoren tot de ontmoetingsrituelen.

e.Uitspraken a. b. c. en d. zijn onjuist.

Vraag 4

Welke van de volgende uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 uitspraken juist zijn.)

a.Rituelen zijn bij overgangsmomenten in het leven zo belangrijk omdat mensen daardoor hun gevoelens uiten.

b.We hebben bij de rituelen rond de overgang naar een nieuwe school alle kenmerken van rituelen kunnen aanwijzen.

c.De voorganger bij een joodse huwelijksinzegening wordt een choepa genoemd.

d.Een huwelijksceremonie kent meerdere rituelen.

e.Uitspraken a. b. c. en d. zijn onjuist.

Vraag 5

Welke van de volgende uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 uitspraken juist zijn.)

a.Een stille tocht is een beetje een uitzondering op een ritueel omdat je er niet alle kenmerken van een ritueel bij aantreft.

b.Bij een echtscheidingsritueel trouwringen teruggeven is een mooi gebaar maar is in ieder geval geen symbolische daad.

c.Bij de dood van huisdieren kunnen afscheidsrituelen worden voltrokken.

d.Rouwkrans, stilte, vlag half stok zijn rituelen die bij de dodenherdenking op 4 mei horen.

e.Uitspraken a. b. c. en d. zijn onjuist.

Vraag 6

Welke van de volgende uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 uitspraken juist zijn.)

a.We hebben gezien dat er ook rituelen bestaan die jaarlijks meerdere keren op vaste tijdstippen plaatsvinden.

b.Iemand die aan magie doet, gelooft in een persoonlijke god die hij meent te kunnen beïnvloeden.

c.De traditie van het sjamanisme stamt uit Japan.

d.Als de sjamaan iemand genezen heeft, vindt daarop een feest plaats waarbij men zich in extase zingt en danst.

e.Uitspraken a. b. c. en d. zijn onjuist.

Vraag 7

Welke van de volgende uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 uitspraken juist zijn.)

a.Rituelen zijn goed beschouwd altijd magische rituelen.

b.Gewone gebruiksvoorwerpen kunnen binnen een ritueel als magisch hulpmiddel worden ingezet.

c.Wie niet gelooft in magische rituelen is ook niet te overtuigen van het psychologisch effect van zulke rituelen.

d.Bij magische rituelen in de sport gaat het er om het wedstrijdresultaat te beïnvloeden.

e.Uitspraken a. b. c. en d. zijn onjuist.

Vraag 8

Welke van de volgende uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 uitspraken juist zijn.)

a.In Nederland staan kerken zelden op een heuvel maar wel vaak bij een rivier.

b.Het interieur van een katholiek kerkgebouw wil vaak iets van het heilige oproepen; in protestantse kerkgebouwen is dat gewoonlijk niet zo.

c.Volgens Calvijn leiden versieringen in de kerk af van waar het in de kerk over behoort te gaan.

d.Een hoge toren bij een kerk heeft (ook) een symbolische functie.

e.Uitspraken a. b. c. en d. zijn onjuist.

Vraag 9

Welke van de volgende uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 uitspraken juist zijn.)

a.We hebben gezien dat in veel oude culturen de hele werkelijkheid als heilig werd opgevat.

b.In allerlei oude culturen kende men bijzondere plaatsen in de natuur waar het heilige heel sterk aanwezig was.

c.In grotten als die van Lascaux vonden al duizenden jaren geleden religieuze rituelen plaats.

d.In allerlei godsdiensten vindt men beschrijvingen van religieuze ervaringen die op bijzondere plaatsen in de natuur plaatsvinden.

e.Uitspraken a. b. c. en d. zijn onjuist.

Copyright © 2024 Wijs Worden Basis | Disclaimer - Webdesign & CMS by Downdijk