Paragraaf 7Webopdracht 1 Eerlijkheid

‘Sanne is al jarenlang mijn hartsvriendin. We trekken heel veel met elkaar op en doen vaak samen leuke dingen. We vertellen elkaar ook onze geheimen en natuurlijk houden we die voor ons.

Afgelopen vakantie heb ik een jongen leren kennen die ik heel leuk vond en hij vond mij ook heel leuk. Ik heb toen voor het eerst echt gezoend. Op de laatste dag van de vakantie konden we een paar uur alleen zijn en toen zijn we heel wat verder gegaan dan zoenen.

Na de vakantie heb ik Sanne verteld over mijn avontuur, over dat zoenen en vooral over wat daarna nog kwam. Natuurlijk dacht ik dat ze dat niet zou doorvertellen. Maar vorige week ben ik erachter gekomen dat ze het aan een paar meisjes in mijn klas heeft verteld. Ik dacht dat ik door de grond ging. Vanaf dat moment voel ik me zo rot en ik vraag me steeds allerlei dingen af. Zoiets doet Sanne toch niet? Daar kon ik toch van uitgaan? Ik voel me bedrogen. Heb ik het zo mis gehad om haar te vertrouwen? Ben ik dan gek dat ik haar zo verkeerd inschatte? Als ik Sanne al niet meer kan vertrouwen, wie dan wel? Kan ik nooit iemand meer een echt geheim vertellen? Kan ik niemand meer echt vertrouwen? Ik kan het niet opbrengen nog contact met Sanne te zoeken na die rotstreek.

Noortje, 14 jaar

 

a. Noortje is erg boos op Sanne. Uit welke woorden blijkt dat?
b. Zou jij in zo’n geval ook boos zijn en waarom?
c. Noortje is niet alleen boos. Lees de tekst nog eens en probeer te beschrijven wat Noortje nog meer voelt dan boosheid.